Zieke schilder die door werkgever werd bespioneerd krijgt 55.000 euro

Een Limburgs schildersbedrijf moet een zieke werknemer een vertrekpremie van 55.000 euro betalen, mede omdat het bedrijf de man ten onrechte liet schaduwen door een recherchebureau. “Volstrekt buitenproportioneel”, vindt de rechter.

De schilder werkte sinds 2003 bij het bedrijf, maar kreeg begin 2019 last van schouderklachten. Hij zou daarom een dag minder gaan werken, maar zijn werkgever stelde dat steeds maar uit.

Ziekmelding

Eind 2019 meldde de man zich ziek. Na enkele weken riep de werkgever hem op om vanaf half januari weer aan de slag te gaan, maar de schilder zei daartoe nog niet in staat te zijn. De bedrijfsarts oordeelde inderdaad dat de schilder niet inzetbaar was.

Een week later riep het bedrijf de schilder opnieuw op om passende werkzaamheden te verrichten, en doet hem een voorstel om zijn arbeidscontract te ontbinden. Dat voorstel, en ook een tweede, wijst de medewerker af.

Op 12 maart 2020 wordt de schilder aan zijn schouder geopereerd, waarna hij volgens de bedrijfsarts drie tot zes maanden moet herstellen.

Recherche

In de zomer bereiken de werkgever geruchten dat de man thuis werkzaamheden zou verrichten. Hierop schakelt het bedrijf een recherchebureau in, dat de man thuis observeert. Hoe lang de man wordt gadegeslagen of wat de rechercheur waarnam, is onbekend.

In september 2020 waarschuwt het schildersbedrijf de man weer aan het werk te gaan. Maar de bedrijfsarts oordeelt dan dat er sprake is van zowel arbeidsbeperkingen als een ernstig arbeidsconflict, waardoor de man nog niet aan de slag kan.

Ook in de loop van 2021 oordeelt de arts herhaaldelijk dat de man nog niet aan het werk kan. In november krijgt de man een arbeidsongeschiktheidsuitkering. In maart 2022 verleent het UWV een ontslagvergunning, en zegt het bedrijf de arbeidsovereenkomst op.

Naar de rechter

Daarop stapte de schilder naar de rechter, om ontslagvergoedingen te eisen. Volgens hem kreeg hij door het ernstig verwijtbaar handelen door zijn werkgever naast zijn ziekte ook psychische problemen, waardoor hij volledig arbeidsongeschikt raakte.

De man eiste ontslagvergoedingen van in totaal ruim 140.000 euro, wegens inkomensschade, onterecht ontslag en immateriële schade. De werkgever ontkende voor de rechtbank verwijtbaar te hebben gehandeld, en te hebben aangestuurd op een ontslag.

Bedrijf schuldig

Uit een gisteren openbaar geworden uitspraak blijkt dat de kantonrechter in Roermond de werknemer grotendeels in het gelijk heeft gesteld.

Volgens de kantonrechter had de werkgever de schilder in de eerste plaats korter moeten laten werken, wegens zijn toenemende gezondheidsklachten. Maar van het inschakelen van een recherchebureau maakt de rechter helemaal gehakt.

“De inzet van een recherchebureau is een vergaand middel dat niet lichtvaardig ingezet mag worden”, aldus de uitspraak.

Buitenproportioneel

Daarbij wijst de kantonrechter erop dat werkgevers een werknemer alleen buiten zijn medeweten mogen laten controleren door een recherchebureau als er ‘sprake is van zeer bijzondere omstandigheden waarbij tegen de werknemer ernstige verdenkingen zijn gerezen‘.

In dit geval achtte de kantonrechter de inzet van een recherchebureau ‘volstrekt buitenproportioneel‘, ook omdat dat een ‘ernstige inbreuk maakte op de persoonlijke levenssfeer’ van de zieke schilder.

Schadevergoeding

Het schildersbedrijf moet de werknemer daarom een vergoeding van onder meer inkomensschade van 30.000 euro betalen, en daarboven op nog eens 25.000 euro wegens immateriële schade.

De advocaat van de werkgever Yvo Dijk reageerde niet om herhaalde verzoeken om commentaar. De advocaat van de werknemer Jolanda Houben onthoudt zich van een toelichting op de zaak. “De uitspraak spreekt voor zich.”

Bron: RTL.nieuws