In de vaststellingsovereenkomst is een boeteclausule opgenomen. De werknemer maakt aanspraak op een boete, maar de werkgever heeft tijdig betaald.
Tussen de werknemer en de werkgever heeft een arbeidsovereenkomst bestaan. Partijen zijn ter beëindiging van deze arbeidsovereenkomst een vaststellingsovereenkomst overeengekomen.
In de vaststellingsovereenkomst staat dat de arbeidsovereenkomst per 1 november 2022 wordt beëindigd. Daarnaast is opgenomen de bepaling: “Na ondertekening van deze vaststellingsovereenkomst door beide partijen zal werkgever binnen 7 werkdagen het achterstallig loon over de periode 12 juli 2022 t/m 30 september 2022 voldoen”.
Boeteclausule
In de vaststellingsovereenkomst is ook een boeteclausule opgenomen: bij niet-nakoming of overtreding van de bedingen uit de overeenkomst verbeurt de overtredende partij een boete van € 1.000, vermeerderd met € 250 per dag dat de overtreding voortduurt.
Aanspraak op boete
De werknemer stelt zich op het standpunt dat de overeenkomst op 27 september 2022 door beide partijen is ondertekend. Het achterstallig loon had daarom volgens hem uiterlijk 6 oktober 2022 moeten worden betaald. Dat is echter een dag later, op 7 oktober 2022 gebeurd en daarom maakt hij nu aanspraak op de boete van € 1.000, te vermeerderen met wettelijke rente, advocaatkosten (€ 381,15) en buitengerechtelijke incassokosten (€ 151,39), met veroordeling van de werkgever in de proceskosten.
Tijdig betaald
De werkgever betwist de vordering en stelt dat hij tijdig heeft betaald. Hij verwijst daarvoor naar de e-mail van 27 september 2022, waarin staat:
“Goedemorgen,
Zie bijgevoegd de VSO.
Indien akkoord graag getekend retour sturen.
Ben zelf donderdag a.s. pas weer op de zaak dan kan ik onze kant tekenen en retour sturen.
Zodra dit gebeurt is zal ik een loonstrook opstellen voor de periode van achterstallig loon en deze binnen 7 dagen zoals ook vermeld in de VSO uitbetalen.”
Op 30 september 2022 heeft de werkgever de door hem ondertekende vaststellingsovereenkomst per e-mail aan de werknemer gezonden. Er is op 7 oktober 2022 betaald en dat ligt binnen de periode van 7 werkdagen na 29 september 2022.
Betaling binnen zeven werkdagen na ondertekening
De kantonrechter kan kort zijn. In de vaststellingsovereenkomst zijn partijen overeengekomen dat betaling moest volgen binnen zeven werkdagen na ondertekening van de overeenkomst door beide partijen. De werknemer heeft de overeenkomst op 27 september 2022 en dezelfde dag per e-mail aan de werkgever gestuurd. De werknemer stelt zich op het standpunt dat de werkgever de overeenkomst vervolgens ook op 27 september 2022 heeft ondertekend, maar dat blijkt nergens uit.
Ondertekening op 29 september 2022
De werkgever heeft dat ook gemotiveerd betwist en een e-mail overgelegd waaruit blijkt dat hij heeft aangekondigd dat hij de overeenkomst op donderdag 29 september 2022 zou ondertekenen, omdat hij op dat moment pas weer op kantoor zou zijn. Op 30 september 2022 heeft de werkgever die ondertekende overeenkomst per e-mail aan de werknemer verstuurd, wat de lezing van de werkgever volgens de kantonrechter ondersteunt.
Betaald op 7 september 2022
De werkgever heeft vervolgens op 7 oktober 2022 betaald, wat uitgaande van de datum 29 september 2022 op tijd is. De werknemer heeft dit tijdspad niet voldoende weerlegd of duidelijk gemaakt waarom ervan zou moeten worden uitgegaan dat de werkgever de overeenkomst op 27 september 2022 heeft ondertekend. De vorderingen van de werknemer worden daarom afgewezen.
De kantonrechter overweegt dat partijen zich in de stukken uitgebreid hebben uitgelaten over het tussen hen bestaande arbeidsgeschil dat uiteindelijk tot de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst heeft geleid. Omdat deze argumenten geen verandering brengen in het oordeel over de uitvoering van de vaststellingsovereenkomst (waarmee zij hun geschil hebben beëindigd) laat de kantonrechter die argumenten verder onbesproken.
De werknemer wordt, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de kosten van deze procedure.
Uitspraak Rechtbank Midden-Nederland, 8 november 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:7750
Bron: Salaris Vanmorgen