Seksuele intimidatie weegt zwaarder dan jarenlange trouwe dienst

Een werknemer die al bijna dertig jaar voor dezelfde werkgever werkt, wordt ontslagen nadat een collega hem beschuldigt van seksuele intimidatie. De man ontkent vunzige taal te hebben gebezigd, maar zijn werkgever zet hem zonder pardon op straat.

Het is niet de eerste keer dat de werknemer en een veel jongere vrouwelijke uitzendkracht samenwerken. In het verleden vond de jonge vrouw de werknemer een aardige, vriendelijke man. Ze weet dan ook niet wat haar overkomt wanneer hij op 30 oktober opeens op grove wijze naar haar seksleven vraagt en haar vertelt over zijn eigen bezigheden tussen de lakens. En volgens haar weet haar collega dondersgoed dat hij over de schreef is gegaan, want hij vraagt haar meerdere keren vraagt om het gesprek toch vooral ‘onder ons’ te houden omdat hij zich zou schamen wanneer collega’s erachter zouden komen.

De maandag erop is er van die schaamte niet veel meer te merken. Opnieuw maakt de man schunnige opmerkingen en gebaren. Voor de vrouw is de maat vol. Ze stapt naar haar teamleider en vertelt hem wat er is gebeurt. De teamleider legt de kwestie neer bij het afdelingshoofd en deze kaart de zaak aan bij HR. En zo kan het gebeuren dat de hitsige werknemer binnen een week op staande voet ontslagen is.

Discriminatie en wraak

De werknemer ontkent de seksuele intimidatie. De man zegt dat hij stelselmatig wordt gediscrimineerd. Bovendien heeft hij door jarenlange zware arbeid gezondheidsklachten opgelopen waardoor hij ook al eens arbeidsongeschikt is geweest. De werkgever wil dus van hem af en heeft nu een stok gevonden om de hond mee te slaan.

Dat zou dus betekenen dat de uitzendkracht zich voor het karretje van de werkgever heeft laten spannen en liegt over de seksuele intimidatie. Daar heeft de werknemer wel een verklaring voor. Hij zegt dat de vrouw met kort voor de vermeende seksuele intimidatie met gezondheidsklachten op het werk is verschenen. Hij heeft haar aangesproken op het feit dat ze vanwege de coronavoorschriften thuis had moeten blijven. Nu zou ze uit zijn op wraak en daarom een valse beschuldiging hebben geuit.

Oordeel van de kantonrechter

Als het verhaal van de jonge uitzendkracht waar is, dan is er volgens de kantonrechter zonder meer een dringende reden voor ontslag. Maar de vraag is: is dat verhaal ook echt waar?

Een werkgever die een werknemer ontslaat wegens zoiets ernstigs als seksuele intimidatie, moet met bewijs op de proppen komen. De kantonrechter is van mening dat de werkgever dat in dit geval heeft gedaan door de verklaringen van de collega, de teamleider en de HR-functionaris in te brengen. De verklaringen zijn gedetailleerd en geven volgens de kantonrechter geen aanleiding om aan de juistheid te twijfelen.

Er is geen aanwijzing dat de collega uit was op wraak met haar verklaring. Ook gelooft de kantonrechter niet dat zij haar verklaring op verzoek van de werkgever heeft afgelegd.

Ontslag op staande voet

Ontslag op staande voet is de zwaarste sanctie in het arbeidsrecht. De kantonrechter moet daarom niet alleen beoordelen of er een dringende reden voor is, maar ook of de werknemer niet onredelijk zwaar wordt getroffen doordat hij zijn werk en inkomen kwijt raakt. De werknemer betoogt dat dit het geval is. Hij is de kostwinner van zijn gezin, hij is op leeftijd en heeft fysieke klachten. Ook werkt hij al dertig jaar voor dezelfde werkgever.

Hoewel de werknemer dus zeker geen gunstige arbeidsmarktpositie heeft, verwerpt de kantonrechter de stelling dat het ontslag op staande voet daarom niet rechtsgeldig is.

Het ontslag op staande voet houdt stand. De werknemer moet de proceskosten van zijn werkgever betalen.

Rechtbank Gelderland | ECLI:NL:RBGEL:2021:1687

Bron: PW.nieuwsbrief