Vanaf 2026 kunnen organisaties met 25 medewerkers of meer geen gebruik meer maken van de compensatie transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid. Wat betekent dit voor HR?
Een werkgever die een werknemer na 2 jaar ziekte in dienst houdt, om zo onder een flinke som transitievergoeding uit te komen: het klinkt onwenselijk. En dat was het volgens het vorige kabinet ook. Daarom werd de Regeling compensatie transitievergoeding in het leven geroepen, die op 1 april 2020 van kracht ging. Via deze regeling kunnen werkgevers compensatie van het UWV ontvangen voor de transitievergoeding die zij normaliter moeten betalen wanneer zij na 2 jaar afscheid nemen van een zieke medewerker.
Tot en met 30 september 2020 konden werkgevers een compensatie aanvragen voor dienstverbanden die waren geëindigd op of na 1 juli 2015 en waarvan de transitievergoeding volledig was betaald vóór april 2020. Op dit moment kunnen werkgevers geen compensatie meer krijgen voor dienstverbanden die zijn geëindigd op of na 1 juli 2015, omdat de compensatie binnen 6 maanden na volledige betaling van de transitievergoeding moet worden aangevraagd.
Het hooflijnenakkoord
Maar nu, enkele jaren na de invoering van de compensatieregeling, lijkt het nieuwe kabinet deze regeling toch weer (deels) in de prullenbak te gooien. In het hoofdlijnenakkoord van de regering staat namelijk dat organisaties met 25 medewerkers of meer vanaf 1 juli 2026 geen aanspraak meer maken op deze regeling.
Een terugkeer naar de oude situatie?
De afschaffing van de compensatieregeling betekent een terugkeer naar de situatie zoals die bestond vóór 2020. Dit kan voor veel bedrijven een stap terug in de tijd zijn, waarbij ze opnieuw volledig verantwoordelijk zijn voor de kosten van transitievergoedingen bij het ontslaan van langdurig zieke werknemers. Voor HR-professionals wordt het een uitdaging om deze kosten te beheersen en tegelijkertijd te voldoen aan de wettelijke verplichtingen.
PW. sprak met arbeidsrechtadvocaten Pascal Willems en Lucia van Kooten Niekerk en verzuimspecialist Marjol Nikkels over de uitdagingen en kansen van de regeringsplannen op dit dossier.
De impact van de regeling
Uit cijfers die PW. bij het UWV opvroeg, blijkt dat er sinds de invoering van de regeling 185.289 aanvragen zijn ingediend voor de compensatie transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid. Gemiddeld ligt de geclaimde compensatie rond de € 18.500.
Of dit aantal aanvragen laag, hoog of verwacht is? “Dat vind ik lastig om te zeggen”, aldus Lucia van Kooten Niekerk, arbeidsrechtadvocaat bij Capra Advocaten. Ook het UWV kon niet zeggen of dit aantal hoger ligt dan verwacht. “Voor mijn gevoel ligt het aantal vrij hoog, vooral als je kijkt naar de kosten die ermee gemoeid zijn. Het zou betekenen dat de overheid toch ruim 300 miljoen kwijt is geweest aan de compensaties.”
Afschaffing compensatieregeling
Volgens Pascal Willems, arbeidsrechtadvocaat bij WVO Advocaten, kan het afschaffen van de compensatie voor grote bedrijven tot grote problemen leiden. “Het is heel discutabel dat de grens bij 25 personen is getrokken,” zegt Willems. “Bedrijven met meer dan 25 medewerkers zullen minder snel geneigd zijn om mee te werken aan het beëindigen van slapende dienstverbanden als zij de kosten van de transitievergoeding weer volledig zelf moeten dragen. Dit creëert niet alleen ongelijkheid tussen grote en kleine bedrijven, maar kan ook leiden tot een heropleving van de slapende dienstverbanden zoals dat vóór de invoering van de compensatie transitievergoeding het geval was.”
Het is discutabel dat de grens bij 25 personen is getrokken ”
— Pascal Willems, arbeidsrechtadvocaat
Bezuinigingsmaatregel of weloverwogen besluit?
De arbeidsrechtadvocaat vraagt zich dan ook af of het nieuwe kabinet wel goed nagedacht heeft over het besluit om de regeling in te trekken. “Ik krijg de indruk dat deze nieuwe regeling vooral een financiële actie is geweest om te bezuinigen, en minder omdat er écht goed over is nagedacht,” stelt hij. “Zonder compensatie rijst de vraag of werkgevers nog bereid zullen zijn mee te werken aan het verzoek van een werknemer tot transitievergoeding. Ze houden deze werknemer dan mogelijk ‘gewoon’ in dienst om zo onder de transitievergoeding uit te komen. Het enige wat de werknemer dan nog kan, is zelf ontslag nemen en de transitievergoeding mislopen.”
‘Bekijk alle mogelijkheden’
Marjol Nikkels, verzuimspecialist en directeur van Sensio Opleidingen, ziet juist kansen in de nieuwe plannen van het kabinet. “Ik vind het heel belangrijk dat werkgever en werknemer eerst alles op alles zetten om er met elkaar uit te komen. Nu, met de compensatieregeling, wordt er vaak erg snel afscheid van elkaar genomen. Door de compensatieregeling af te schaffen, worden werkgevers juist gestimuleerd om samen met de werknemer naar oplossingen te zoeken”, aldus Nikkels.
De verzuimspecialist snapt ook dat het kabinet ervoor heeft gekozen om een splitsing te maken tussen kleine en grote(re) organisaties. “Organisaties met 25 medewerkers of meer hebben vaak genoeg mogelijkheden om werknemers te herplaatsen of op een andere manier in dienst te houden. Ik ben er altijd voorstander van om eerst naar de mogelijkheden te kijken bij de huidige werkgever.”
“Werkgevers worden juist gestimuleerd om samen met de werknemer naar oplossingen te zoeken ”
— Marjol Nikkels, verzuimspecialist
Loonkostensubsidie kan oplossing bieden
Maar ook Nikkels erkent het risico op de terugkeer van het slapend dienstverband. “We moeten nieuwe oplossingen vinden om te voorkomen dat werknemers onnodig lang in dienst blijven zonder dat zij daadwerkelijk werken of zicht hebben op re-integratie.”
De verzuimspecialist suggereert dat het aanbieden van loonkostensubsidies een mogelijke oplossing kan zijn om de negatieve effecten van de afschaffing te verzachten. “Door loonkostensubsidies aan te bieden, kunnen werkgevers werknemers met een beperkte arbeidscapaciteit toch in dienst houden. Dit zou niet alleen de sociale en maatschappelijke betrokkenheid van werknemers bevorderen, maar ook voorkomen dat ze volledig uit het arbeidsproces verdwijnen”, zegt Nikkels.
De juridische complexiteit
De juridische implicaties van de afschaffing van de compensatieregeling zijn aanzienlijk. “De Hoge Raad heeft bepaald dat werkgevers verplicht zijn om in te stemmen met een verzoek tot beëindiging van het dienstverband bij langdurige arbeidsongeschiktheid, mits zij voor de transitievergoeding compensatie kunnen ontvangen. Als deze compensatie wegvalt, vervalt mogelijk ook de verplichting voor werkgevers om in te stemmen met zo’n verzoek,” legt arbeidsrechtadvocaat Van Kooten Niekerk uit. Dit zou kunnen leiden tot een hernieuwde juridische strijd tussen werkgevers en werknemers over de beëindiging van dienstverbanden.
Lees hier de uitspraak: ECLI:NL:HR:2022:1575, Hoge Raad, 21/01230 (rechtspraak.nl)
Voor HR-professionals betekent dit dat zij zich goed moeten voorbereiden op de aankomende veranderingen. Van Kooten Niekerk benadrukt: “HR moet nauw samenwerken met de juridische afdeling om te beoordelen of zij nog steeds verplicht zijn om in te stemmen met een verzoek tot beëindiging van het dienstverband. Het is essentieel om op de hoogte te zijn van de juridische implicaties en te anticiperen op mogelijke rechtszaken die hierover gevoerd kunnen worden.”
Ziekteverzuim strategisch monitoren
Daarnaast doet HR er goed aan om strategisch na te denken over het monitoren van ziekteverzuim binnen het bedrijf. “Het tijdig ondernemen van actie bij langdurige arbeidsongeschiktheid wordt nog belangrijker,” aldus Van Kooten Niekerk. “HR moet ervoor zorgen dat re-integratieprocessen effectief worden ondersteund om langdurig verzuim te voorkomen en de financiële impact op het bedrijf te minimaliseren.”
Bron: PW.net
Disclaimer: Aan de inhoud van deze webpagina(‘s) wordt de grootst mogelijke zorg besteed. Aan die inhoud kan echter op generlei wijze enig recht worden ontleend.