Categoriearchief: Uitspraak

Verstoorde arbeidsverhouding door psychische klachten

In de mannenwereld van de Rotterdamse haven is het moeilijk om toe te geven dat je kampt met psychische problemen. Wat betekent dit voor de ontslagzaak van een werknemer die wegens gedragsproblemen zijn baan verliest?

De havenarbeider treedt op 1 januari 2012 in dienst van een overslagbedrijf in de Rotterdamse haven. Vanaf 2016 ontwikkelt hij zich tot een lastige collega. Hij schreeuwt tegen leidinggevenden, uit zich negatief, komt te laat en gaat slordig om met vracht.

Psychische zorg

Hij krijgt in januari 2017 een officiële waarschuwing, maar zijn gedrag blijft te wensen overlaten. In juli 2019  wordt hij overgeplaatst naar een andere ploeg om de orde op de werkvloer te herstellen.

In september 2019 meldt hij zich ziek. Hij wordt doorverwezen naar een bureau voor psychische zorg, maar dit bureau zet het traject al snel stop. Volgens de bedrijfsarts is er geen sprake van een medische oorzaak voor de ziekmelding, maar gaat het om een conflict dat moet worden opgelost door de werkgever en de werknemer.

Mediation

Werkgever en werknemer nemen daarop deel aan mediation. Dit resulteert in een vaststellingsovereenkomst waarin beide partijen afspreken dat de werknemer weer aan het werk gaat in de nieuwe ploeg. Partijen beloven open met elkaar te communiceren en zich te houden aan de kernwaarden respect, integriteit en pro-activiteit.

Volgens de werkgever blijft het echter bij goede voornemens. De werknemer communiceert niet goed en volhardt in zijn negatieve houding. Dit heeft zo’n weerslag op het werk dat er op 2 april 2 scheepsladingen ernstige vertraging oplopen. De werknemer wordt geschorst.

Beëindigingsovereenkomst

De werkgever doet een voorstel voor een beëindigingsovereenkomst. De werknemer gaat hier niet mee akkoord. Opnieuw meldt hij zich ziek. De bedrijfsarts concludeert dat de klachten zijn ontstaan door het arbeidsconflict dat de werknemer zelf heeft veroorzaakt.

Ontslaggrond

De werkgever vraagt de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst op de kortst mogelijke termijn te ontbinden en de werknemer de wettelijke transitievergoeding toe te kennen. Volgens de werkgever zijn er verschillende ontslaggronden in het spel. De belangrijkste is de g-grond, de verstoorde arbeidsrelatie. Maar de werkgever verwijt de werknemer ook disfunctioneren (d-grond) en verwijtbaar handelen (e-grond).

Geen gelukkig huwelijk

Volgens de kantonrechter staat vast dat de relatie tussen werkgever en werknemer al sinds 2017 ‘geen gelukkig huwelijk’ was. De werknemer ontkent niet dat er problemen waren en dat hij daarom is overgeplaatst naar een andere ploeg. Hij erkent dat hij daar gefrustreerd over was en dat hij daarom onwenselijk gedrag bleef vertonen.

Psychische klachten

Toch vindt hij niet dat hij hierom mag worden ontslagen. Van 2012 tot en met 2016 heeft hij goed gefunctioneerd. In 2016 heeft hij ernstige psychische problemen ontwikkeld. Hij heeft hiervan zelf aanvankelijk de ernst niet ingezien en daardoor heeft hij zich zo lastig gedragen dat hij in 2017 een officiële waarschuwing kreeg. Bovendien had hij niet het gevoel dat hij deze klachten kon uiten in de mannenwereld waarin hij werkte.

Mocht de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ondanks het opzegverbod tijdens ziekte toch ontbinden, dan wil de werknemer een billijke vergoeding van dertigduizend euro, bovenop zijn transitievergoeding van ruim dertienduizend euro.

Ontslag ondanks opzegverbod

Op grond van artikel 7:671b lid 6 sub a BW kan de kantonrechter een arbeidsovereenkomst ontbinden ook wanneer er sprake is van een opzegverbod tijdens ziekte. Voorwaarde is daarbij dat het ontbindingsverzoek geen verband houdt met het opzegverbod.

Volgens de kantonrechter is dat hier het geval. Er is al ruim drie jaar sprake van spanningen tussen de werknemer en de werkgever. Ondanks gesprekken, een traject bij het bureau voor psychische zorg en mediation is de arbeidsverhouding grondig verstoord geraakt.

De werkgever baseert zijn ontbindingsverzoek op deze verstoorde arbeidsverhouding, en niet op de arbeidsongeschiktheid van de werknemer.

De werknemer heeft zich weliswaar ziek gemeld, maar hij heeft dit pas twee weken na zijn schorsing gedaan.

De werknemer verwijt de werkgever dat deze zijn psychische klachten niet heeft onderkend. Maar volgens de kantonrechter kon de werkgever dit ook helemaal niet doen. De werknemer heeft immers al toegegeven dat hij zelf ook niet besefte hoe ernstig zijn psychische klachten waren. Tot in april 2020 gaf de werknemer aan dat zijn gezondheid in orde was.

Oordeel van de kantonrechter

De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2020 en wijst de transitievergoeding toe.

Omdat de werkgever zich niet ernstig verwijtbaar heeft gedragen, is er geen reden om een billijke vergoeding toe te kennen.

De werknemer is grotendeels in het ongelijk gesteld. Daarom moet hij de kosten voor de procedure betalen.

Rechtbank Rotterdam | ECLI:NL:RBROT:2020:7223

Bron: PW.nieuwsbrief